Microsoft: 58 procent van alle wereldwijde staatshacks komt uit Rusland

Tussen juni 2020 en juli 2021 kwam 58 procent van alle cyberaanvallen die verband houden met regeringen van Russische bodem. Dat zegt Microsoft. Noord-Korea, Iran, China en Zuid-Korea vervolledigen de top vijf van landen die de meeste cyberaanvallen hebben uitgevoerd.

Ook de aanvallen van de Russische statelijke actoren worden steeds succesvoller , aldus Microsoft. In 2020 was het slagingspercentage 21 procent, in 2021 zou dat 32 procent zijn. De Russische aanvallers richtten zich vooral op inlichtingendiensten, ministeries van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken en de defensie van de Verenigde Staten, Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk.

Spionage zou het belangrijkste motief zijn voor de cyberaanvallen, hoewel Microsoft zegt dat Iran zijn cyberaanvallen op Israël het afgelopen jaar heeft verviervoudigd omdat de twee landen op gespannen voet staan. Noord-Korea richtte volgens Microsoft zijn aandacht op cryptobedrijven om zijn economie te ondersteunen.

Ongeveer 21 procent van de aanvallen was gericht op consumenten, zei Microsoft, en 79 procent van de aanvallen was gericht tegen bedrijven, ongeveer 48 procent waren overheidsorganisaties en NGO's en denktanks ontvingen 31 procent van de aanvallen. De sectoren die het vaakst het doelwit waren van 'private' cybercriminelen waren de detailhandel (13 procent), de financiële sector (12 procent), de industriële sector (12 procent), de publieke sector (11 procent) en de medische sector (9 procent). ). Volgens Microsoft zijn ze uit op geld en minder op informatie.

Microsoft noemt ook China in zijn rapport. Van daaruit viel het hackerscollectief Chromium Indiase, Maleisische, Mongoolse, Pakistaanse en Thaise entiteiten aan om sociale, politieke en economische informatie te verkrijgen. Een ander Chinees hackercollectief, Nickel, zou zich hebben gericht op ministeries van Buitenlandse Zaken in Europa, Midden- en Zuid-Amerika. In de Verenigde Staten zou het Chinese collectief Zirconium zich hebben gericht op hooggeplaatste personen die nauw betrokken waren bij de recente Amerikaanse presidentsverkiezingen.