Microsoft brengt DirectStorage 1.1 uit met GPU-decompressie

Microsoft heeft versie 1.1 van de DirectStorage API uitgebracht. Deze techniek, die de laadtijden in games zou moeten verkorten door middel van asset decompressie, maakt het voor deze workload mogelijk om naast de cpu ook de gpu te gebruiken.

Microsoft benadrukt dat GPU-decompressie wordt ondersteund op alle GPU's die DirectX 12 en Shader Model 6.0 ondersteunen. Het bedrijf verwijst naar ondersteuning van AMD , Nvidia en Intel , en geoptimaliseerde stuurprogramma's om DirectStorage 1.1 optimaal te benutten. DirectStorage werd in maart uitgebracht , maar de technologie beperkte zich toen nog tot de CPU. Deze opslag-API van Microsoft is bedoeld om decompressie in games te versnellen, wat resulteert in kortere laadtijden.

Games bevatten gecomprimeerde bestanden om de werelden te bouwen. Alle personages, objecten en omgevingen hebben activa die eigenschappen beschrijven, zoals vorm, belichting en kleuren. Dit betekent dat de hoeveelheid data aanzienlijk toeneemt, tot honderden gigabytes. Om de volledige bestandsgrootte van een game te beperken, worden deze assets ingepakt. Zodra de bestanden nodig zijn in het spel, worden ze uitgepakt. Met DirectStorage 1.1 zouden dit soort taken nog sneller moeten worden gedaan dan met de eerste versie.

Games die DirectStorage ondersteunen, werken op alle apparaten. Microsoft wijst er nogmaals op dat gamers het meest van de technologie zullen merken als ze een NVMe SSD hebben. Op deze schijven is de bandbreedte hoger en is de opslag sneller, wat de prestaties van DirectStorage verbetert. Als er een NVMe-schijf beschikbaar is, raadt Microsoft daarom aan de gamebestanden daar op te slaan.